Spirituele stress

De maand van de spiritualiteit is voorbij. Zaterdag 28 november jl. stond in Trouw een artikel van Klaas Rozemond onder de titel ‘Spiritualiteit werd een consumptieartikel’: “Er is een omvangrijke economische markt ontstaan van spirituele producten en diensten [..]. De spirituele markt van welzijn en geluk wordt gekenmerkt door een ongeremde jacht naar allerlei vormen van geestelijk genot”.

Wat ik hieruit oppik en onderschrijf, is dat de spirituele markt in essentie meer van hetzelfde biedt, ook al is de verpakking anders. De essentie is dat we nog steeds bezig blijven iets te willen, na te jagen, te bereiken. Heel gemakkelijk leidt dit tot wat ik noem ‘spirituele stress’. Concrete voorbeelden daarvan heb ik in overvloed. Een paar noem ik hier.

Sommige deelnemers aan de negendaagse The School for The Work of Byron Katie raken tegen het eind van het programma in verwarring, wanhoop of stress omdat ‘het’ waarvoor ze kwamen, nog niet is gerealiseerd.

Een vrouw die ik van nabij ken, had het afgelopen jaar een zwaar jaar: ontslag, ziekte, ongeval. Alles wat maar tegen kon zitten, gebeurde. Maar wat haar echt overstuur maakte en als het ware verlamde, was haar verwarring over ‘wat deze boodschappen haar te vertellen hadden’ en haar angst dat zolang zij deze boodschappen ‘niet goed verstond, nog meer ellende op haar pad zou komen’. Een reactie op spirituele stromingen die je proberen wijs te maken dat ‘niets toeval is, alles een betekenis heeft die je moet zien te ontcijferen’.

Een man is al een aantal jaren flink bezig om ‘aan zichzelf te sleutelen’, zoals hij het zelf noemt. Dat heeft hem veel opgeleverd: meer rust en ontspanning en over het algemeen betere relaties. Alleen nu loopt het behoorlijk spaak op het werk; met die nieuwe collega werkt het echt niet, ondanks alles wat hij zelf al heeft geprobeerd. Hij raakt in stress omdat hij ervan overtuigd is dat hij ‘nog niet genoeg aan zichzelf heeft gedaan’ en hij gaat naarstig op zoek naar een volgende spirituele cursus om zichzelf verder te ontwikkelen en te verbeteren. Mijn reactie werkt ontnuchterend: “Hoe zou het zijn om grenzen te gaan stellen? Aan je eigen drang tot verbetering en aan die lastige collega?”

 

Wat het artikel in Trouw en deze voorbeelden mij laten zien, is dat ik ook spiritueel in de war kan zijn. Spiritualiteit biedt geen garantie op helderheid of innerlijke vrede. Misschien komen we in de buurt van spiritualiteit, door onze behoefte aan maakbaarheid en controle te leren zien?

Rijk aan wereldwijde verbindingen, arm aan direct contact

Vandaag, 28 november 14.28 uur, is het precies 20 jaar geleden dat Nederland als eerste land buiten de VS aansluiting kreeg op het Amerikaanse ‘internet’. Deze blog is een van de zeer vele mogelijkheden die het wereldwijde internet heeft ontsloten.

 

In de terugblikken vandaag overheerst het verhaal van de wereldwijde verbindingen en contacten die mogelijk zijn dankzij internet en telecommunicatie. En tegelijk komt bij mij de vraag op hoe we ons verbinden en contact maken met de mensen die recht voor onze neus zitten, lopen of staan?

De afgelopen week was ik veelvuldig in volle treinen. Het aantal keren dat reizigers hun bellende of anderszins lawaai makende medereizigers aanspreken, kan ik niet meer op de vingers van twee handen tellen. In ongeveer de helft van deze situaties zijn ‘aanval’ en ‘verdediging’ typerend voor het elkaar aanspreken.

 

Dit brengt mij op de gedachte dat wereldwijde verbindingen prachtig zijn en virtueel. Het zijn illusies. Feitelijk is er slechts één realiteit, namelijk de werkelijke situatie waarin ik mij nu bevind. Bijvoorbeeld in een volle trein met medepassagiers die geluid produceren. Het lijkt wel of we die realiteit niet meer kunnen waarnemen omdat we ons virtueel verbindend voortbewegen, met onze oren en ogen vastgeplakt aan mobiele telefoon, blackberry, laptop. Rijk aan wereldwijde verbindingen, arm aan direct contact.

Laat je je leven door je verborgen bestuurders?

Het werk is bij uitstek de plek om je te láten leven. We snellen van vergadering naar afspraak, van overvolle inbox naar boze klant. Hebben we het te druk of maken we ons te druk? En als we ons te druk maken, hoe komt dat dan en wat is daaraan te doen?

 

Tijdens een training ‘Timemanagement Anders’ kwamen er natuurlijk verhalen over de vele mails waar men iets mee ‘moest’. Iemand zei: “Natuurlijk weet ik dat het beter is om mijn mails bijvoorbeeld tweemaal per dag in een half uur af te handelen. En hoewel ik dat weet, kan ik het niet laten om tussendoor te kijken en te reageren. Dat geeft soms veel stress en gedoe.”

 

We gingen op zoek naar onderliggende overtuigingen, want dat zijn de verborgen bestuurders die soms sterker zijn dan alles wat we met ons verstand weten. Deze vrouw ontdekte dat haar behoefte om de boel onder controle te houden maakte dat ze heel vaak haar inbox checkte: “Om te kijken of er niets fout gaat of om mensen die een verkeerde kant opgaan van de juiste informatie te voorzien.” Deze vrouw kreeg inzicht in de verborgen bestuurders van haar gedrag. Ze kon er om lachen.

 

Er zijn vele verborgen bestuurders die maken dat mensen geleefd worden op het werk. Een belangrijke verborgen bestuurder is de verwachting waaraan je denkt te moeten voldoen, zowel die van anderen als die van jezelf. Vraag jezelf eens af: “ik moet aan die en die verwachting voldoen, want anders …..” en ervaar wat er in je opkomt. De kans is groot dat het angstreacties zijn, zoals de angst om fouten te maken, tekort te schieten, de dingen niet op tijd af te hebben en dan kritiek te krijgen of geld tekort te komen. Angst maakt dat je je láát leven, vertrouwen maakt dat je gaat léven.

Wie anderen wil leiden, leidt eerst zichzelf

Volgens een onderzoek van het Instituut voor Stress Preventie (ISP) is de direct leidinggevende de grootste stressor in het Nederlandse bedrijfsleven. Aan deze stressor zitten echter twee kanten: die van de manager én die van de medewerker.

 

Wie leiding wil geven aan anderen, moet vooral zichzelf leiden. Wie zichzelf door en door kent, wie zichzelf kan sturen en leiden ongeacht de omstandigheden, is een ware leider. Mensen die daartoe in staat zijn, zijn vrij schaars in managementland.

 

Een medewerker die zich afhankelijk opstelt en zijn manager trouw volgt doet in wezen hetzelfde als een medewerker die openlijk of in het geheim tegen het management rebelleert. Beiden laten een vorm van aangepast of reactief gedrag zien. Ze reageren in reactie op de ander en niet vanuit de eigen autonomie. Medewerkers die werken aan zelfinzicht, gaan hun eigen leiderschap ervaren. Als je – ongeacht de omstandigheden – je eigen leiderschap kunt ervaren, kun je de leiding van anderen aanvaarden.

 

Wie zich daarvan niet bewust wordt, blijft ronddraaien in patroonmatige reacties. Dat geldt zowel voor managers als voor medewerkers. Competenties als vermogen tot zelfreflectie, feedback geven en ontvangen zijn essentieel in de ontwikkeling van leiderschap bij managers en bij medewerkers.

Een inspirerend boekje over dit onderwerp is Persoonlijk leiderschap van Wibe Veenbaas en Piet Weisfelt.