Maakt bezit bang?

Na een bergsportvakantie in de Dolomieten hadden we een paar uur, voordat de trein ons terug naar Nederland zou brengen. Het was erg warm en iedereen wilde wel even de mooie stad Trento in. Maar dan wel zonder zware rugzak. En zo zat ik dan even later naast een stapel rugzakken en tassen. Als eerste had ik een uur bewakingsdienst; daarna zou iemand anders deze taak van me overnemen. De plek was ideaal: een schaduwrijk park tegenover het station.

Toen iedereen de stad in ging en ik op het bankje achterbleef, gebeurde er iets bijzonders.

Iedere passant bekeek ik met argwaan: is dit misschien een potentiële dief of aanvaller? Mijn ogen speurden spiedend rond op zoek naar het minste verdachte teken. En het rare was: ik zag ineens een bedreigend park vol zwervers en rare types, mensen die niet te vertrouwen waren in de nabijheid van mijn kostbare waar. Ik voelde stress opkomen gekoppeld aan de gedachte: “Ik moet deze stapel kostbaarheden bewaken en beschermen tegen de boze buitenwereld.”

Een heftige ervaring. Meermalen ben ik op soortgelijke plekken geweest en dan zonder iets bij me: geen tas, geen geld, niets. Iedere keer werd het een fantastische ontmoeting met lieve en vrolijke mensen die dingen met elkaar deelden: eten, drinken, muziek en dans. Iedere keer had ik een gevoel van vrijheid. Hoe anders was het nu, gevangene van de stapel bezittingen die ik dacht te moeten beschermen en bewaken.

Zou het kunnen kloppen dat bezit bang maakt?

Harry Jekkers heeft er een prachtige tekst over gemaakt en gezongen: De man in de wolken.

http://bit.ly/180LNoM

Je reactie is welkom.

Er gebeurt iets wat ik niet wil

Er gebeurt iets waar je helemaal niet op zit te wachten. Dat kan vervelend zijn, verschrikkelijk of misschien wel rampzalig. Iedereen is deskundig in het meemaken van dergelijke ervaringen, variërend van kleine tegenvallers tot grote drama’s.

Je kunt op zo’n ervaring op verschillende manieren reageren. Heel populair is de ‘waarom’-vraag. Waarom gebeurt dit? Waarom moet mij dit overkomen?

Een andere vraag die hoge ogen gooit, is ‘wie of wat heeft dit gedaan?’. Wie heeft mij dit aangedaan? Wat heeft dit veroorzaakt? Wie is hieraan schuldig?

In mijn ervaring brengen deze vragen me buiten mezelf. Mijn aandacht gaat volledig naar de buitenwereld, naar processen waar ik geen invloed op heb, naar anderen. Deze populaire benadering heeft echter ook wat te bieden. Ik kan er mezelf mee gerust stellen. Als er een aanwijsbare oorzaak is en een schuldige, dan ‘klopt het weer’, voor heel even. Want het leven gaat door om van tijd tot tijd ervaringen te bieden die ik liever niet wil.

Een meer duurzame en helaas minder populaire benadering is de vraag ‘hoe ga ik op dit moment – in deze tegenvallende situatie of rampspoed – om met deze realiteit’?

Hoe luister ik naar mijn eigen wijsheid, hoe maak ik contact met mijn hart en mijn lichaamstaal, hoe vind ik daarin de antwoorden die voor mij waar zijn?

Als je dat contact met jezelf tot stand weet te brengen, komt de volgende vraag als vanzelf: ‘wat levert deze tegenvallende situatie of rampspoed mij op’?

Hoe ga ik om met verschillen?

De afgelopen dagen heb ik diverse evaluaties van trainingen en workshops gekregen. Het valt me op dat veel mensen aangeven graag in een groep van ‘gelijk gestemden’ te werken. Ze geven aan dat verschillen in ervaring voor hen niet werken. De gedachte lijkt te zijn dat je meer leert als je samenwerkt met mensen van een vergelijkbaar ervaringsniveau.

Voor mij is dit wel herkenbaar. Hoe ik me ongeduldig en geirriteerd kon voelen over deelnemers met minder ervaring. Ik had dan het idee dat het voor mij te langzaam ging, dat ik er minder uithaalde, dus minder leerde.

De voorwaarde van ‘gelijk gestemden’ kan ik me heel goed voorstellen in leersituaties waar het gaat om kennisoverdracht. Bijvoorbeeld leren werken met nieuwe wet- en regelgeving kun je het best doen samen met mensen van een vergelijkbaar kennisniveau.

In leersituaties die gaan over gedrag, ligt het volgens mij anders. In trainingen/workshops die gaan over leiding geven, leiding ontvangen, communicatie, coaching enzovoort is diversiteit in de groep juist een voorwaarde. De aanwezige diversiteit biedt de concrete en directe mogelijkheid om te leren omgaan met verschillen in het hier en nu.

 

Waar je in het echt moeite mee hebt (bijvoorbeeld ik word ongeduldig als iemand iets niet snapt), dat kom ik ook in een leergroep tegen. Zo kun je er concreet en in het hier en nu mee leren werken. In plaats van te wachten op een speciale cursus ‘Omgaan met verschillen’ kun je op die manier iedere leersituatie benutten om met verschillen te leren werken.

 

Het hele leven bestaat uit verschillen: mensen die anders kijken en denken dan jij. Ook als je in een team of afdeling met elkaar samenwerkt, zijn er volop verschillen. Hoe reageer je als je de gedachte denkt: er zitten hier mensen met minder ervaring dan jij hebt? Of: er zitten hier mensen met meer ervaring dan jij hebt? Wat voor effect hebben deze gedachten op je handelen in die situatie? Wat zijn jouw ervaringen?

Met wie vergelijk jij je?

“Als ik mezelf vergelijk met anderen, is er altijd één die verliest en dat ben ik!” (Byron Katie)

Jezelf met anderen vergelijken is voor de meesten van ons zo’n automatisme dat het onbewust en als vanzelf gaat: hij is beter/minder dan …., zij zijn beter/minder dan …, ik ben beter/minder dan …. In de vergelijking kun je dus ook winnen. Of niet? Hoe werkt dat?

Ik heb me veel vergeleken met mensen die iets konden wat ik niet kon of die iets wisten wat ik niet wist. Dat werkte stimulerend om zelf aan het werk te gaan, me ergens in te verdiepen of te ontwikkelen. Dat is een bekend verschijnsel waar het om draait in (top)sport of andere competitieve omgevingen: beter worden!

Vergelijking en competitie kunnen je dus iets waardevols brengen.

En tegelijk neemt het iets weg. ‘Beter willen worden’ vanuit de vergelijking met anderen is een vernauwing in je manier van kijken en denken: je ziet alleen wat er niet is en je let bij anderen vooral op wat die wel hebben wat jij (nog) niet hebt:

een bepaald uiterlijk, een vaardigheid of talent, geld of succes, macht of invloed, relaties of spirituele ontwikkeling, en zo gaat dat eindeloos verder.

Het belangrijkste wat we dan missen, is zien wat er wél is en dat volledig waarderen. Zowel bij mezelf als bij anderen. Dat opent de weg naar een andere manier van kijken. Zo ontdek ik hoe ieder mens mij iets kan leren. Juist degene die ik om een of andere reden niet zo zag zitten.

Waarderen wat er wel is, bij mezelf en bij anderen, klinkt als een open deur. Je hoort dan vaak zeggen: “Je moet accepteren”. En dat is het niet voor mij. Het vraagt actieve inzet, soms hard werken om waarderend te leren kijken naar jezelf, naar wie je werkelijk bent én naar anderen. Dat is niet snel gerealiseerd. De weg naar eenvoud is een lange weg.

Waar zit in jouw leven of werk de vergelijking, de competitie met anderen? Wat levert jou dat op? En wat zie je daarbij over het hoofd, bij jezelf en bij anderen?

Zomerschool: wie komt voor wie?

Eind juli/begin augustus jl. was ik in Bad Neuenahr, een lieflijk kuuroord tussen Bonn en Koblenz en de Europese locatie van The School for The Work of Byron Katie. Het was de derde School waarin ik als staflid werkzaam was. Er waren ongeveer 340 deelnemers en 70 stafleden. De vraag is: Wie komt voor wie?

Byron Katie verwelkomde de stafleden als volgt: “Je denkt misschien dat je hier bent voor de deelnemers. Het is echter omgekeerd: alle deelnemers komen om onze gevoelige snaren te raken. Ze komen om ons meer van onszelf te laten zien.”

Ik kan me niet herinneren dat Katie dit in mijn eerdere Schools zo onomwonden zei of misschien heb ik het toen niet gehoord? Haar woorden kwamen voor mij helemaal uit. Elke deelnemer die ik ontmoette of met wie ik werkte, raakte bij mij een gevoelige snaar: irritatie, ongeduld, onbegrip, begrip, sympathie, verbinding, liefde en verlangen.

Enerverende en soms turbulente gedachten en gevoelens waren het gevolg. Ik heb ervaren dat – zolang mijn geest zich ergens aan hecht ofwel om het te vermijden ofwel om het te verkrijgen – er geen stilte en vrede in mezelf is. En dat ik dan niet in staat ben tot open verbinding met wat zich in de realiteit voordoet.

Aanvankelijk was ik teleurgesteld in mezelf dat ik me zo liet meeslepen. Mijn eerste reactie was om deze gevoelens te beheersen als een professional. Dat heb ik geleerd en dat ben ik gewend. Totdat ik me bewust werd dat ik daarmee mezelf –mijn kwetsbaarheid en authenticiteit – verborgen hield achter professioneel gedrag.

Het is niet altijd makkelijk om werkelijk lief te hebben wat er is, in mezelf en daarmee ook in anderen.

Lessen voor leiders

De realiteit regeert en niet ik. John Lennon zei het ooit als volgt: “Life is what happens while I am busy making other plans”. Deze eenvoudige en logische natuurwet is de allermoeilijkste om te leren. Zeker in organisaties.

In organisaties zijn we ver af geraakt van de natuurlijke waarheid. Maakbaarheidsdenken, controle en beheersing hebben de overhand. Continu bemoeien we ons met alles en iedereen. We zijn gaan geloven dat ‘het’ anders niet goed of vooruit gaat.

De waarheid is dat we nergens controle over hebben en zeker niet over andere mensen. Hoe vaak denken we niet dat we moeten stimuleren, motiveren, inspireren omdat er anders geen beweging of verandering komt?

In deze periode leef ik elke week bewust een ‘leefregel’ uit The Work of Byron Katie. Voor deze week is dat de regel dat ik me ervan onthoud om andere mensen te onderwijzen, te pushen, advies of therapie te geven. Verbazingwekkend om te ontdekken hoe vaak we dat doen – hardop of in gedachten – en hoe ineffectief dat is.

Freek de Jonge en bewustzijn

Freek de Jonge heeft een fantastisch voorbeeld laten zien, aan tafel bij Pauw en Witteman, hoe moeilijk het is om ‘spiripraat’ om te zetten in concrete handelingen. Nog niet eerder zag ik in zo korte tijd een demonstratie van het grote verschil tussen gebabbel over hoger bewustzijn, liefde e.d. en feitelijke handelingen.

 

Freek zei een tocht te hebben gemaakt die ooit begon met moralisme en die nu via de ironie en het cynisme is aangekomen bij de liefde. “Ik kijk nu iets meer vanuit de rust van een oude man”, aldus de cabaretier die zich daarbij beriep op de inzichten die hij had verkregen van een ander bewustzijn dat hoger en verder is dan ‘intelligentie’.

 

Luttele minuten na dit betoog kon De Jonge zich niet meer beheersen aan tafel, recht tegenover misdaadverslaggever Peter R. de Vries die weer een filmpje met verborgen camera mocht komen promoten. De Jonge draaide zich zichtbaar af van De Vries en barstte daarna uit in een moraliserende tirade tegen de misdaadverslaggever die vervolgens met zijn eigen aanval reageerde. De Jonge mocht de uitzending afsluiten met ‘De kerstengel’, een mooi lied over vrede. De Vries keek tijdens dit optreden verbeten de andere kant uit. De oorlog tussen de twee was een feit.

 

Freek de Jonge liet in een paar minuten indringende TV zien hoe groot de kloof kan zijn tussen ‘weten’ en ‘handelen’. Een liefdevol bewustzijn kost geen enkele moeite in nabijheid van prettige, ongeveer gelijkgestemde mensen. Onze liefde wordt pas echt op de proef gesteld als we een ander ontmoeten die ver van ons afstaat. In die ontmoeting wordt het bewijs geleverd of je echt tot inzicht bent gekomen, in staat tot een liefdevol gesprek met degene wiens zienswijze niet de jouwe is of dat je bewustzijn blijft steken in moralisme of iets anders. Zolang een oorlog nog kan beginnen aan tafel bij Pauw en Witteman, aan onze eigen vergadertafels of keukentafels, is het in de rest van de wereld niet veel beter. Zie de uitzending.

Wat is mijn betere ik?

‘Mijn betere ik’ is het thema van de maand van de spiritualiteit (november 2008). Een herkenbaar thema voor veel mensen. Mijn betere ik verenigt twee illusies in zich: de illusie dat je ‘beter’ zou kunnen worden dan je nu bent en de illusie dat er een ‘ik’ is. Wat is het alternatief voor deze illusies?

 

Ook ik ben jarenlang druk doende geweest om mezelf te ontwikkelen en te verbeteren. Hard werkend, me inspannend, in voortdurende vergelijking met anderen, onderweg naar een toekomst waarin het en ik ‘beter’ zouden worden. Het alternatief is de ervaring dat aanvaarding van het ‘ik’ belangrijker is dan de verbetering ervan. En ook de ervaring dat er alleen een ‘ik’ is als je je identificeert met je denken.

 

Hoe kun je je identificatie met je denken opgeven? Het begin van vrijheid is het besef dat jij niet de denker bent. Als je dat beseft, kun je je eigen denken gaan waarnemen. Oordelen – zowel negatieve als positieve – zijn een praktische ingang om zicht te krijgen op je denken.

Momenteel verdiep ik me in ‘De kracht van het Nu in de praktijk’ van Eckhart Tolle. Hij stelt o.a. de volgende vraag: ‘Is er vreugde, ongedwongenheid en lichtheid in wat je núdoet?’ En zijn antwoord luidt: ‘Als dat niet zo is, ligt het verleden of de toekomst over het huidige moment heen.’

 

In het concrete Nu is er meestal niets om je zorgen over te maken omdat er alles is wat je nodig hebt. Onze zorgen en angsten zijn gekoppeld aan gedachten over een voorbij verleden of een niet bestaande toekomst. Dat zijn de verhalen waardoor we ons kunnen laten beheersen of niet.

Kijk je naar problemen of naar oplossingen?

Plotselinge ziekte van mijn moeder deze zomer levert mij een schat aan leerzame ervaringen op. Een daarvan is het verschil tussen een probleemgerichte benadering in een ziekenhuis en een oplossingsgerichte benadering in een particulier herstellingsoord.

 

Een van de bijzonder goede dingen in het herstellingsoord is dat men niet met elkaar spreekt over ziektes en problemen. Het is een indringende ervaring om waar te nemen wat er fysiek met je lichaam gebeurt als je over problemen denkt en praat én wat er gebeurt als je over ontspannen en prettige dingen praat en denkt. De verschillende fysieke effecten zijn direct merkbaar.

 

Een belangrijk element in het herstel van de gasten vormen de maaltijden. Er wordt heerlijk, vers en gezond gekookt, met een goed glas wijn erbij. Achter de schermen wordt rekening gehouden met eventuele eet- en dieetvoorschriften hoewel die ook soepel worden gehanteerd. Genieten is hier belangrijker dan de regels strikt naleven. En er geschiedt een wondertje: mijn moeder knapt zienderogen op nu ze haar alcoholverbod laat voor wat het is en geniet van een glaasje wijn. Plezier blijkt een belangrijk medicijn!

 

Wat bijdraagt aan de opgeruimde sfeer, is de aanwezigheid van een gastvrouw die het gesprek aan tafel begeleidt. Een nieuwe gast net uit het ziekenhuis, moet er nog even aan wennen. Ze praten hier niet over ziektes, ongelukken, welke weg ieder heeft gegaan en nog te gaan heeft. Beleven van het ‘nu’ staat centraal. Er wordt gelachen om vreemde woorden die een gast bedenkt die er genoegen in schept om niet bestaande woorden te verzinnen. De oudste gasten reageren opgelucht. Gelukkig, het ligt niet aan hun afnemende vaardigheden dat ze het woord niet begrepen … De jongere gasten praten over hun lievelingsmuziek en films. Verschillende werelden komen samen.

 

Deze aanpak in het herstellingsoord doet mij denken aan oplossingsgericht management.

Ben jij een probleemgeoriënteerde of een oplossingsgerichte manager? Als je probleemgeoriënteerd bent, praat je vooral over wat er mis is (gegaan), wat er (nog) niet goed gaat en hoe dat komt. Een oplossingsgerichte manager heeft een totaal andere manier van kijken. Vanuit een andere basishouding kijkt hij of zij uitsluitend naar wat er goed gaat. Een verfrissend boek dat je hierbij behulpzaam kan zijn, is Oplossingsgericht management & coaching van Louis Cauffman. Ontwikkeling van een oplossingsgerichte basishouding vraagt oefening, vooral in bewustzijn. De mensen in mijn moeders herstellingsoord houden mij op inspirerende wijze een spiegel voor.

Ik voel dat hij niet goed is in zijn aarding

Woensdag 28 mei in de trein van Amsterdam naar Den Haag registreer ik het volgende.

 

Een mobiele telefoon rinkelt in de rustige coupé. Er volgt een gesprek waarbij de reizigers enkele minuten hun medereiziger alleen instemmend horen hummen, een paar maal ‘ja’ zeggen in diverse intonaties en vervolgens OK. Daarna neemt zij het woord en ogenblikkelijk begrijpen wij, medereizigers, dat hier een coach aan het woord is. Ze is bereid om ene Brendan te gaan begeleiden, als hij dat tenminste zelf ook wil. De andere kant van de lijn wil het zeker, dat blijkt uit de reacties van de coach die wij luid en duidelijk op de voet kunnen volgen. Het lijkt de baas te zijn die vindt dat Brendan een coach nodig heeft. De coach wil ook wel en constateert na weer een lang verhaal van de andere kant: “Uit wat je vertelt, voel ik dat hij (Brendan) niet goed is in zijn aarding.”

 

Deze zin besluit ik meteen op te schrijven (van lezen kwam toch al niets meer tijdens dit fascinerende gesprek).

Sommige coaches zijn wonderbaarlijke mensen met magische vermogens die kunnen voelen wat er aan de hand is met een voor hen onbekende medewerker.

Meteen krijg ik zin om het op te nemen voor Brendan. Er zal maar zo over je gesproken worden …